Een konijn is een echte "knuffel". Een speelkameraad voor groot en klein. Met zijn heerlijk zachte vacht vraagt hij erom om geaaid te worden. Mensen en konijnen leven al heel lang samen. Konijnen werden al rond het jaar 1100 gebruikt voor sport, vlees en bont (Angorakonijn). Tegenwoordig zijn er wel zo'n zestig rassen, in diverse kleuren en varieteiten. Rond 1900 wordt het konijn ook als huisdier gezien.
Belangrijk is natuurlijk wat je mooi vindt, maar ook of je het binnen of buiten gaat houden. Huiskonijnen vinden het leuk om in huis te rennen en zich te verstoppen. Met een konijn dat buiten in zijn hok zit, moet je wel elke dag spelen en knuffelen. Konijnen verschillen niet alleen in uiterlijk van elkaar, maar ook in karakter. De kleinere konijnenrassen zijn vaak wat pittiger en temperamentvoller dan de grote, die wat gelijkmatiger van humeur zijn. Het pittige karakter uit zich onder meer in veel op de achterpootjes staan, in beweeglijkheid en in opmerkzaamheid. Soms zijn ze ook wat moeilijk hanteerbaar.
In hun natuurlijke omgeving eten konijnen gras, onkruid, bladeren, scheuten, twijgjes, maar ook de schors van struiken, bosjes en kleine bomen. Ze eten ook granen, wortels, fruit en groenten. Konijnen zijn herbivoren (= planteneters) en hun spijsvertering werkt zeer efficient. Onverteerbare vezels verlaten het lichaam weer snel en de verteerbare vezels worden opgenomen.
Konijnen moeten twee keer per dag gevoerd worden, 's morgens en 's middags. Ze hebben vezelrijk voedsel nodig om hun maag- en darmkanaal gezond te houden en om het knagen te stimuleren. Door te knagen blijven hun altijd doorgroeiende tanden kort. Geef elke dag voldoende hooi en daarbij een van de Hope Farms kwaliteiten voor konijnen.
* Bevat een coccidiostaticum tegen de meest voorkomende soorten coccidiose bij konijnen.
Gemengde voeders kunnen naar behoefte worden verstrekt naast hooi, wortelen, groenvoer en gras.